Samenvatting - Piketty in het kort - lezing Torhout

Een interessante lezing georganiseerd door TIC Sint-Rembert, het Davidsfonds en de bibliotheek. Wouter Ryckebosch, doctor in de geschiedenis, haalde in de bibliotheek voor een twintigtal aanwezigen de essentie uit het ondertussen historische boek van Piketty: 'het kapitaal'.

Als historicus plaatste hij het boek eerst in een rijtje van andere boeken rond het probleem en de gevaren van ongelijkheid van onder meer Wilkinson & Pickert, Milanovic en Stiglitz. Niet onbelangrijk, want waar Piketty nog ietwat het aura heeft van een linkse goeroe, zijn die andere schrijvers onder meer hoofdeconoom en ondervoorzitter geweest van de Wereldbank. Stiglitz won zelfs de nobelprijs economie. De analyses rond 'ongelijkheid' zijn dus niet weg te zetten als iets subjectief of marginaal.

Wouter Ryckebosch begon zijn lezing met de manieren waarop ongelijkheid doorheen de geschiedenis werd gemeten. Een interessante voorstelling was de reuzenparade. Daarin wordt de ganse mensheid voorgesteld in grootte volgens hun inkomen. Bijna een vol uur passeren elfen, kabouters, lilliputters, ... de revue en op het allerlaatste, een minuutje voor het einde krijgen we mensen op ware grootte te zien en plots de laatste fracties van seconden komen plots enorme reuzen voorbijgewandeld.



Uit onderzoek blijkt dat deze ongelijkheid sinds 1980 enorm is toegenomen. In feite is het zelfs een dubbele breuk. Sinds 1900 was er namelijk een sterke daling van de ongelijkheid. Het ging dus de goede kant uit. Maar vanaf 1950 nam die daling af om tot stilstand te komen. Vanaf 1970 en sterk vanaf 1980 begon de evolutie in ongelijkheid dan de andere kant uit te gaan en toe te nemen ...

Uit analyse blijkt dat de grote stijging sinds van die ongelijkheid vooral voorkomt in de Angelsaksische landen. Maar ook op het oude Europese continent is de dubbele trendbreuk een feit en stijgt de ongelijkheid steeds verder ... Ik vroeg me af of die grotere stijging in ongelijkheid ook niet te wijten was aan de politiek: het beleid van Thatcher in het Verenigd Koninkrijk vanaf eind de jaren '70 had allesbehalve oog voor de gewone man en het grootkapitaal werd geen strobreed in de weg gelegd, integendeel zelfs.

Hier onder grafieken over de Verenigde Staten en Europa die de stijging in ongelijkheid illustreert. Het gaat zover dat de rijkste 1% in de Verenigde Staten 33% tot 40% van het vermogen bezit. En we hebben het hier nog maar over het gekend (!) vermogen.


Volgens de spreker en Piketty kloppen de traditionele theorieën niet die stellen dat een stijging van de ongelijkheid tijdelijk is. Volgens die theorieën is er een wetmatigheid die naar gelijkheid neigt: stijgende ongelijkheid is volgens hen tijdelijk en komt voort uit veranderingen in de maatschappij. Daardoor waren bijvoorbeeld bij de IT-revolutie bepaalde talenten gegeerd en werden IT-specialisten buitenproportioneel verloond. Ook de globalisering is volgens hen zo'n verandering die ervoor zorgt dat bepaalde talenten tijdelijk meer gegeerd zijn en andere niet. Hun stelling is dat dit een tijdelijke situatie is die zorgt voor ongelijkheid in inkomen, maar dat dit zich na verloop van tijd herstelt (doordat er minder vraag is of omdat er meer jongeren die studies kiezen). Dit wordt weergegeven in de curve van Kuznets waar de ongelijkheid stijgt en daarna afneemt.

Volgens Piketty klopt deze theorie dus niet. Volgens hem was de industrialisering een uitzondering waar het rendement van arbeid (loonstijgingen) hoger was van dat van kapitaal (rente) en werd dit ook in de hand gewerkt door de politiek (uitbouw van de sociale zekerheid, hoge inflatie, ...). Nu is die periode volgens Piketty voorbij en zal de ongelijkheid alleen nog maar toenemen. Een omslag naar meer gelijkheid komt er volgens hem niet. De mensen die hun inkomen met arbeid verdienen kunnen de toplaag niet meer bijbenen want de globale economische groei (en de groei van de inkomens) ligt veel lager dan het rendement van kapitaal, en zeker dat van de grote kapitalen

Sommige mensen vragen zich af waarom die buitenpoportionele vermogens een probleem zijn. Is het niet belangrijker zich te focussen op de mensen die het financieel moeilijker hebben dan zich te moeien met de 1% die met hun geld geen blijf weten? 

Wat echter een probleem is, is dat de kleine elite met zeer grote vermogens een buitenproportionele invloed kan uitoefenen (en ook zal uitoefenen om hun positie te behouden en te versterken) op de politiek. Als voorbeeld verwees hij naar Berlusconi. Een nieuw weetje voor mij was het Amerikaanse voorbeeld waar 50% van de giften voor de campagnes bij de presidentsverkiezingen komt van 158 families. Zij komen vooral uit de financiële wereld, de oliewereld en dat van het schaliegas. Je zal om het even welke presidentskandidaat dus niet snel maatregelen zien nemen die deze en andere sectoren inperkt met alle kwalijke gevolgen voor iedereen.



De sociale gevolgen van ongelijkheid zijn ook niet te overzien: kinderarmoede, sociale problemen en ongeletterdheid zijn veel hoger in meer ongelijke samenlevingen. Volgens Piketty was het (ook van de socialisten) een verkeerde strategie om vooral te focussen op armoedebestrijding, minimumlonen, ... Er diende ook gefocust te worden op de inperking van buitenproportionele vermogens om zo minder armoede en een socialere samenleving te bekomen.

Een laatste probleem dat Piketty ziet is dat de minst begoede laag van de bevolking geen toekomst meer ziet en de maatschappij omkeert: de revolutie. Het klinkt mij nogal naïef in de oren. De top 1% zal hun vermogen wel inzetten om dit in landen waar zich dit voordoet ten allen koste tegen te gaan ... of verhuizen. Misschien hoopt hij dat dit schrikbeeld de top 1% ertoe zal aanzetten om -uit eigenbelang- niet enkel en alleen oog te hebben voor hun financiële belangen maar toch enigszins naar andere factoren te kijken.

Wat volgens mij wel realistisch is, is dat druk van de mensen ervoor zorgt dat politici wel verplicht zijn om maatregelen te nemen (de enen uit overtuigen, de anderen uit electorale overwegingen). Het zal dus van onderuit moeten komen. Het feit dat Europa ondertussen stap voor stap (al zijn ze soms klein en gaat het traag) maatregelen neemt om achterpoortjes naar belastingparadijzen en extreme voordeelregimes te sluiten stemt hoopvol. Al zal er blijvend druk op de ketel gezet moeten worden want ondertussen zullen de grote vermogens het niet laten om op zoek te gaan naar nieuwe achterpoortjes. Maar het is zeker mogelijk.



De spreker sloot de avond af met reflectie over de vraag of we alleen maar moeten werken aan een grotere gelijkheid van kansen, of ook een grotere gelijkheid van uitkomsten. Dat klinkt volgens de spreker radicaal maar volgens hem kan de vraag gesteld worden als in een zeer ongelijke samenleving nog gelijke kansen gerealiseerd kunnen worden.

De mogelijkheden die Piketty ziet om naar een meer gelijke samenleving te evolueren is een vermogensbelasting, dus een belasting op het totale vermogen dat de allerrijksten hebben. Dit gaat verder dan het kleine broertje, de vermogenswinstbelasting, waar enkel het rendement belast wordt. Als dit niet lukt pleit hij voor hogere belasting op hoge inkomensschalen met progressieve aanslagvoeten tot 80% voor de superverdieners. Volgens de spreker klinkt dit nu misschien revolutionair maar is het dat niet. Ook vroeger waren de belastingen in België voor de hoogste inkomensschalen bijvoorbeeld veel hoger (meer dan 70% in plaats van 50% vandaag) en voor de laagste schijven lager (10% in plaats van 25% vandaag). Sinds de jaren '70 werden hoogste schijven steeds minder belast, tegelijkertijd nam de ongelijkheid steeds sterker toe. Ook de successierechten op supererfenissen kan verhoogd worden. Achterpoortjes zullen er natuurlijk altijd zijn, toch kan het de buitenproportionele stijging van de supervermogens toch wat afvlakken en wie weet zelfs ombuigen ten voordele van de grote massa.

De avond werd afgesloten met een vragenronde en er werd nog gezellig nagepraat bij een glaasje.

Proficiat alleszins aan de organiserende verenigingen voor het geslaagde initiatief. Wat mij betreft mag dit gerust tweemaandelijks georganiseerd worden, rond diverse thema's. Er is zeker een publiek voor. Bovendien als dit regelmatig herhaald wordt zal dit aan bekendheid winnen en kan dit enkel maar groeien ...